Je zou kunnen zeggen dat de aarde gezegend is vanwege het grote aantal bomen dat we hebben. Je hebt in de loop van je leven vast wel 50 verschillende soorten bomen gezien. Een van de bekendste boomsoorten is de leptospermum scoparium, die ook bekend staat als de manukaboom. De boom komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Australië en Nieuw-Zeeland. Een belangrijke reden voor de populariteit van de boom is de ruime beschikbaarheid van manuka honing, een monoflorale honing afgeleid van de nectar van de boom. Ondanks zijn donkerbruine tint heeft de honing zelf een aparte en zeer sterke smaak die zich onderscheidt van andere honingsoorten. Hij staat ook bekend om zijn gunstige invloed op de gezondheid. Bovendien kun je de honing gedurende een lange periode bewaren. Je hoeft je dus geen zorgen te maken dat hij bederft. WaterstofperoxideDe genezende eigenschappen van honing worden toegeschreven aan het feit dat het antibacteriële eigenschappen heeft, helpt wonden vochtig te houden en een hoge viscositeit heeft, wat helpt een beschermende barrière tegen infectie te creëren. De immunomodulerende eigenschappen zijn ook belangrijk bij de genezing van wonden. Het antibacteriële effect van de meeste honingsoorten houdt verband met de enzymatische generatie van waterstofperoxide. Vaak wordt aangenomen dat honing een aanzienlijke hoeveelheid waterstofperoxide bevat, die verantwoordelijk is voor zijn antibacteriële eigenschappen. De productie van waterstofperoxide in honing is voornamelijk het gevolg van de oxidatie van glucose, die wordt gekatalyseerd door het bij enzym glucose oxidase. De hoeveelheid waterstofperoxide die in honing aanwezig is wordt bepaald door het verschil tussen de snelheid waarmee het wordt geproduceerd en de snelheid waarmee het door katalases wordt vernietigd. Laag vochtgehalteEen van de meest opmerkelijke eigenschappen van honing is dat hij extreem lang houdbaar is. Dit kan echter alleen worden bereikt als en wanneer aan specifieke omstandigheden wordt voldaan. Een van de genoemde parameters is het optimale vochtgehalte, dat wordt gedefinieerd als het percentage water dat in de honing aanwezig is. De hoeveelheid water in honing varieert tussen 15 en 21 procent. De aanwezigheid van meer vocht in honing kan leiden tot de vorming van fermentatie honing, waar niet iedereen van houdt. Wanneer honing gaat gisten, kunnen de gistsporen in de honing reageren met een teveel aan vocht, wat dit soort reacties tot gevolg heeft. De gist is meestal afkomstig van sporen die bijen meebrengen van bloemen, waardoor het in de meeste gevallen bijna onvermijdelijk is. De meest doeltreffende strategie om dit te voorkomen is echter om te voorkomen dat de gist überhaupt in contact komt met water. |